In tegenstelling tot bij de poes is de castratie niet nodig voor de gezondheid van de kater. Katers
worden meestal gecastreerd om hyperseksueel gedrag en om een nestje te voorkomen.
Veel voorkomende gedragsproblemen die met castreren verholpen kunnen worden zijn sproeien, agressie of weglopen. Let wel, er is geen enkele garantie dat deze gedragsproblemen met castreren opgelost gaan zijn. In de meerderheid van de gevallen zal het wel helpen.
Ook reuen worden voornamelijk gecastreerd om gedragsproblemen op te lossen en om nestjes te vermijden. Net als bij de kater zien we ook bij de reu geen echte voordelen voor de gezondheid bij castratie, dit in tegenstelling tot de teef.
Wij raden wel sterk aan om bij de volgende aandoeningen uw reu te laten castreren omdat al deze problemen hiermee goed verholpen kunnen worden:
Net als bij de kater kunnen niet alle gedragsproblemen met castreren opgelost worden.
Wij sommen even de gedragsproblemen voor u op die eventueel verholpen kunnen worden met castreren:
Opgepast: Ook bij deze gedragsproblemen is er geen garantie dat ze gaan verdwijnen. Men moet een onderscheid maken tussen aangeleerd gedrag en gedrag dat hormonaal bepaald is. Na castratie gaan 90% van de reuen minder weglopen en is er in 60% van de gevallen minder agressie tussen reuen. Rijgedrag en dekbewegingen kunnen pas na maanden/jaren dalen omdat dit aangeleerd gedrag is en dus niet volledig hormonaal bepaald wordt.
Na de castratie bevinden er zich nog zaadcellen in de zaadleiders waardoor uw reu nog 3 weken na de operatie vruchtbaar kan zijn.
© 2017 Dierenart Kirsten. Libaro project